EQ test

EQ test

Elk persoon is anders en zal daardoor ook anders omgaan met zijn medemensen. Vaardigheden zijn te leren, maar hoe zit het met de sociale vaardigheden? Het effect van werken met aandacht wordt meer en meer onderschreven en hierbij zijn vooral de sociale vaardigheden van mensen van belang. 

Emotionele intelligentie

Emotionele intelligentie, gemeten met de index EQ, is een aanvulling van het traditionele Intelligentie Quotiënt (IQ). Want niet alleen kennis (IQ), maar ook empathie (EQ) is belangrijk voor het succesvol functioneren in een samenleving. De verzamelde gegevens uit de EQ-I geven een beeld van iemands vermogen om succesvol om te gaan met de eisen en druk vanuit de omgeving (=Emotionele Intelligentie). Tevens gaat er een voorspellende werking vanuit hoe je jezelf verder kan ontwikkelen.

Sociale vaardigheden zijn wel degelijk te trainen en te leren. Allereerst is het handig om te weten wat jouw EQ is. Waar ben je goed in en/of waar kun je nog beter in worden? Als je dat weet is het mogelijk om jezelf te trainen. Logische beslissingen botsen vaak met emoties, spanningen en gevoeligheden. Een EQ-test probeert daarom antwoord te geven op vragen als: hoe gaat iemand om met de emoties van zichzelf of de anderen?; hoe reageert iemand op situaties waaraan hij of zij niets kan veranderen?

      

 

De testvragen geven een indicatie van je EQ.

Probeer niet uit de vragen een maatschappelijk verantwoord antwoord te geven, anders werkt het niet!


 

DE TESTVRAGEN

1. Je zit in een vliegtuig dat plotseling geweldig begint te schudden door turbulentie. Wat ga je doen?

a. Doorgaan je boek te lezen of naar de TV te kijken, terwijl je zo weinig mogelijk aandacht besteedt aan de turbulentie.
b. Je houdt rekening met een mogelijke noodsituatie, je let op wat de stewardessen doen en je leest de veiligheidsinstructies.
c. Een beetje van alle twee.
d. Ik zou het niet weten, zoiets is me nog nooit gebeurd.
 

2. Je hebt een groep kinderen (leeftijd 4 jaar) meegenomen naar de speeltuin en nu begint er één te huilen omdat de anderen niet met haar willen spelen. Wat ga je doen?

a. Mooi niet mee bemoeien, die kinderen regelen dat toch zelf het beste.
b. Even met haar praten en kijken of je haar kunt helpen te bedenken om de andere kinderen toch met haar te laten spelen.
c. Je zegt heel lief tegen haar dat ze niet moet huilen.
d. Probeer het huilende kind af te leiden door met andere dingen te komen waarmee ze leuk kan spelen.
 

3. Stel, je bent een HBO-student die eigenlijk een 8 moet halen voor een bepaald vak. Halverwege het jaar merk je dat als het zo doorgaat je hooguit uitkomt op een zesje. Wat ga je doen?

a. Een minitueuze planning opstellen voor de rest van het traject en besluiten om dat plan exact uit te voeren.
b. Het besluit nemen om in de toekomst beter te presteren.
c. Tegen jezelf zeggen dat dit vak eigenlijk niet zo belangrijk is en in plaats daarvan je op de andere vakken gooien.
d. Naar de leraar stappen en proberen hem zo ver te krijgen dat hij je een beter cijfer geeft voor het tentamen.
 

4. Stel je bent een verzekeringsagent die telefonisch klanten probeert te winnen. 15 keer achter elkaar hoor je "Geen interesse". Dat is nogal ontmoedigend. Wat doe je?

a. Je houdt er voor die dag maar mee op. Morgen gaat het misschien wel beter.
b. Je kijkt eens naar al je vaardigheden en je gaat na wat je verhindert om goed te verkopen.
c. Gewoon een nieuwe aanpak proberen in het volgende gesprek en keihard doorgaan.
d. Beginnen uit te kijken naar een andere baan.
 

5. Je bent een manager in een bedrijf dat respect voor verschillen in cultuur en etnische achtergronden wil bevorderen. Je hoort iemand een racistische grap maken. Wat ga je doen?

a. Net doen of je niks gehoord hebt. Het is tenslotte maar een grapje.
b. Je roept de grappenmaker bij je op kantoor en geeft hem op zijn kop.
c. Je zegt waar de anderen bij staan dat dit soort grappen onbehoorlijk zijn en dat dit gedrag op jouw afdeling niet wordt getolereerd.
d. Je adviseert de persoon in kwestie om naar de bedrijfscursus multiculturele samenwerking te gaan.
 

6. Je probeert een vriend te kalmeren die helemaal razend is op de chauffeur van een auto die jullie net levensgevaarlijk gesneden heeft. Wat ga je doen?

a. Je zegt tegen hem dat hij het van zich af moet zetten. Er is tenslotte niks gebeurd.
b. Je zet zijn favoriete muziek op en probeert hem af te leiden.
c. Je laat zien dat je achter hem staat en je maakt duidelijke gebaren naar die andere chauffeur.
d. Je vertelt hem over die keer dat dat jou dat ook gebeurde, hoe vreselijk kwaad je was, maar dat je er later achter kwam dat de bestuurder met spoed naar het ziekenhuis op weg was.
 

7. Jij en je levenspartner hebben een daverende ruzie over iets en roepen in woede allerlei nare dingen naar elkaar, die je eigenlijk niet echt meent. Wat ga je doen?

a. Je spreekt af 20 minuten pauze te houden en gaat dan verder met de discussie over het oorspronkelijke onderwerp.
b. Je beëindigt het gesprek, je zegt niks meer, wat je partner ook zegt.
c. Je zegt dat het je spijt en en je vraagt je partner ook te zeggen dat die er spijt van heeft.
d. Je houdt je even kalm, je denkt goed na en je geeft je standpunt over de oorspronkelijk zaak nog eens zo helder mogelijk weer.
 

8. Op je werk word je benoemd tot projectleider om een aantal irritaties over verschillende afdelingen heen op een creatieve manier op te lossen. Op de eerste bijeenkomst is van elke afdeling iemand aanwezig. Wat doe je als eerste?

a. Je stelt een goede agenda op en bouwt ruimte in voor een goede afhandeling van alle vragen zodat ieders tijd optimaal wordt benut.
b. Je geeft de mensen de tijd om elkaar wat beter te leren kennen.
c. Je vraagt ieder om de beurt om zijn of haar ideeën. Nu zijn de ervaringen nog het meest vers.
d. Je begint met een brainstormsessie. Je vraagt iedereen vrijuit te zeggen wat in hem of haar opkomt, kan niet schelen hoe wild.
 

9. Je 3-jarige zoontje is buitengewoon verlegen. Hij is verschrikkelijk overgevoelig en bang voor nieuwe situaties en nieuwe mensen. Eigenlijk al vanaf zijn geboorte. Wat ga je doen?

a. Je accepteert dat hij een verlegen karakter heeft en je probeert hem verder te beschermen tegen situaties die hem beangstigen.
b. Je neemt hem mee naar de kinderpsychiatrie voor deskundige hulp.
c. Je brengt hem opzettelijk zoveel mogelijk in nieuwe situaties en bij nieuwe mensen, zodat hij zijn angst leert overwinnen.
d. Je verzint voor hem een programma, waarbij hij stapsgewijs ervaring kan opdoen in nieuwe situaties.
 

10. Jarenlang wil je weer op dat muziekinstrument spelen waar je als kind ook mee bezig bent geweest. Dit keer voor je eigen plezier. Het komt er echter maar niet van om te beginnen. Hoe pak jij het aan?

a. Je gaat elke dag op een vaste tijd oefenen.
b. Je gaat muziekstukjes spelen die telkens wat meer van je vaardigheden vragen.
c. Je gaat telkens oefenen wanneer je daar echt zin in hebt.
d. Je zoekt moeilijke muziek op die je door hard studeren en goed oefenen meester wordt.

 


Maak een account aan

Het Werkxyz account geeft u de mogelijkheid om CV's of vacatures te plaatsen en indien gewenst ontvangt u onze nieuwsbrief. »

Vertel het door

Bent u tevreden over onze dienstverlening en kent u iemand die op zoek is naar een baan of kandidaat?